Fluisterboten
Fluisterboten zijn open boten die aangedreven worden door een elektromotor. De elektriciteit komt daarbij uit accu’s in de boot. Dit weekend hebben wij voor een paar uur een zogenaamde fluisterboot gehuurd en hebben daarmee een rondje Reeuwijkse Plassen gevaren. Het vaart geluidloos, het is nauwelijks te horen wanneer de elektrisch aangedreven schroef aan het werk wordt gezet. ‘Vol gas’ wat kabbelend schroefwater. Verder vaart het precies zo als een boot aangedreven door bijvoorbeeld een dieselmotor. Wat ontbreekt zijn de mechanische geluiden, het uitlaatgeluid en het uitstromen van koelwater.
De Reeuwijkse Plassen
Op een warme zondagmiddag hebben we dus een rondje Reeuwijkse Plassen gedaan, om precies te zijn een rondje ‘S Gravenbroekplas en een stukje over de Elfhoevenplas. Dat deze plassen min of meer rechthoekig zijn doet vermoeden dat de mens hier de hand in heeft gehad. En dat is ook zo: de plassen zijn ontstaan door veenafgraving in de achttiende eeuw, dus in de jaren negentienhonderd. De met de hand gestoken veengronden werden gedroogd tot turf waarna deze geschikt werd voor de verwarming van de pottenbakkerijen en bierbrouwerijen van Gouda. Ook zullen er winterdag woningen met de turven zijn verwarmd. De rivier de Gouwe heeft er waarschijnlijk haar naam aan te danken, door de veenafgravingen zou het water bruingeel zijn gekleurd. Maar bracht het ook geld in het laatje.
Bootjes bouwen
Het aardige is dat mijn naaste familie op de Reeuwijkse Plassen de eerste zeilervaringen hebben opgedaan. Ik vermoed dat het op de zogenoemde Broekveldenplas zal zijn geweest. Niet gehinderd door enige kennis van zaken hadden mijn vader, mijn oom en een collega begin jaren zeventig zich verdiept in wat heet glasvezel versterkt polyester. Met zijn drieën hadden zij op een verjaardag het plan opgevat om drie polyester zeilboten te gaan bouwen, na het maken van een mal. Zo gezegd, zo gedaan, deze eerste drie zeilboten zijn er gekomen. En later nog een stuk of wat.
Zeilen leren
Maar toen moest er gezeild worden. Alleen de genoemde collega kon zeilen. Of beter gezegd, die had weleens gezeild. Voor mijn vader en voor mijn oom was zeilen onbekend. Hoe dan ook, op een zaterdagmiddag is het eerste zeilbootje op het dak van een auto naar de Reeuwijkse Plassen gereden, te water gelaten en opgetuigd. De collega deed voor hoe het ongeveer moest. Daarna mijn oom die tenslotte de oudste was, een soort van ‘eerstgeboorterecht’. En daarna mijn vader. Zelf zal ik een jaar of zes zijn geweest, al wel zwemles maar nog geen zwemdiploma. In mijn herinnering zie ik voor mij hoe in het ondiepe water met het steekzwaaard en het opklapbare roerblad omhoog het bootje dwars uit langs wat palen in het water gleed. Het waren de eerste probeersels van de zeilsport.
‘s Gravenbroekplas
Inmiddels zeilen en varen wij probleemloos rond met groot en klein. Gezien het weinige beschikbare vermogen en de langzame vaarsnelheid is een fluisterboot zo goed als kindvriendelijk, met een oogje in het zeil van een volwassene natuurlijk. Want met een fluisterboot kan er nauwelijks iets mis gaan. Het is eerder een kunst met het weinige vermogen om te gaan. ‘Even vaart maken’ of ‘afstoppen’ is er niet bij, het kabbelt allemaal rustig vooruit. Maar voor een paar uurtjes zorgeloos rondvaren, zonder haast en nergens naar toe te hoeven is het voor herhaling vatbaar, om bij gelegenheid een fluisterbootje te huren.