Correcties op de hoogtemeting
Wanneer de hoogte van een hemellichaam meten levert dat een bepaalde waarde op. Waarbij er om tot een verbeterde hoogtemeting te komen een aantal correcties toegepast kunnen worden. Zo is er de ooghoogte van de waarnemer boven het wateroppervlak die van invloed is op de waarneming. Veelal wordt de zon ‘op de horizon’ gezet bij de meting met een sextant. Exacter is de middellijn van de zon. Ook de faktor ombuiging van het licht bij intrede in de dampkring is een factor om te verrekenen.
Factor van de ooghoogte
De Aangenomen Waarnemer neemt de horizon waar. De Schijnbare Horizon genoemd. Waarbij de stuurman hoog op de brugvleugel van het zeeschip een verdere horizon waarneemt dan de schipper op het zeiljacht dichter op het water. Vanaf het zeeschip kijkt de stuurman vanwege zijn hogere standpunt boven het zeeoppervlak verder weg dan de schipper een enkele meter boven het wateroppervlak. De bolling van het aardoppervlak is overdreven getekend, maar maakt duidelijk dat de gemeten zonshoogte Ho A° een andere is dan die van Ho B°.
Ooghoogte correctie
Hoe hoger de ooghoogte van de Aangenomen Waarnemer boven het aardoppervlak, hoe groter de booghoek die gecorrigeerd dient te worden.

Factor zonsdiameter
Sun Differentiation / Semi Diameter / Halve Middellijn
De onderstaande tekening maakt zichtbaar dat daarmee een Ho ° kan wordt gemeten op basis van de onderrand of de bovenrand van de zon. Met het midden van de zon zouden we de zuiverste meting hebben. Twee achtereenvolgende metingen kort na elkaar zou een gemiddelde Ho als uitkomt geven. De waargenomen zonsdiameter is afhankelijk van de tijd van het jaar. Rond de maanden december en januari bevindt de aarde zich dichter bij de zon dan rond juni en juli. Zie daarvoor de tabel inde kolom Semi-Diameter.
Afstand van de aarde tot de zon
De seizoenen zijn niet afhankelijk van de afstand van de aarde tot de zon. Het is de hoogte van de zon boven de horizon die de seizoenen bepalen.

Factor van de parallax
Wanneer de Aangenomen Waarnemer zich dicht bij de Geografische Projectie van de zon bevindt, dan is er sprake van een kleinere parallax dan wanneer de Normaal van de Aangenomen Waarnemer en de Geografische Projectie van de zon ver uit elkaar liggen. Dit wordt inzichtelijk in de onderstaande tekening, waarin zowel een hoogstaande als een laagstaande zon zijn ingetekend. Bij de hoogstaande zon is er een geringe parallax aanwezig, genoemd Pb °. De correctie die toegepast dient te worden is de Parallax Correctie.
Factor van de Parallax
De parallax wordt bepaald door de afstand van de Normaal van de Aangenomen Waarnemer tot de Geografische Projectie van de zon
Hoe meer de zon staat in het Zenith van de Aangenomen Waarnemer, hoe geringer de parallax.

Factor van de Refractie
Ten vierde is er de factor van de refractie ofwel de breking of ombuiging van het licht. Wanneer het licht van een hemellichaam door de dampkring heen dringt vindt er een zekere ombuiging plaats, wel uitgelegd als gevolg van weerspiegeling in de dampkring van het licht. Vergelijkbaar met een vervorming te zien van een schijnsel door een glas. Hoe lager het hemellichaam ten opzicht van de horizon, hoe groter de afstand die het licht van dat hemellichaam door de buitenste lagen van de dampkring heen heeft afvoer leggen, hoe groter de ombuiging ten opzichte van de Aangenomen Waarnemer. Af te lezen in de tabel ‘Refractie’. Bij een Zonshoogte Ho van 90° wordt als refractie 0° gegeven. Bij een Zonshoogte van 15°16’ een refractie van -0°3,4’ ofwel -0°3’24”. Voor het oog van de Aangenomen Waarnemer staat het hemellichaam dus hoger dan in werkelijkheid.
Factor van de Refractie
Wanneer het licht van een hemellichaam zoals van de zon of een sterdoor de dampkring dringt wordt het licht daarvan omgebogen. Dit wordt de te verrekenen refractie genoemd.
Corrigerende tabellen
Hieronder de te gebruiken correctietabellen aangeleverd in de Nautical Almanac. Onder de DIP correctietabel de ‘Ooghoogte Correctie’ met betrekking tot de hoogte van de waarnemer boven het wateroppervlak. Onder de aanduiding ‘Refractie’ de tabel met de aanduiding van de (waarschijnlijke / klaarblijkelijke) breedtegraad van de waarnemer. De tabel ‘Semi-Diameter’ duidt de correctie aan afhankelijk van de tijd van het jaar en daarmee de grootte van de waargenomen zon. Zoals ook in het hoofdstuk ‘Tijdvereffening’ wordt aangegeven bevindt de aarde zich rond december en januari zich dichter bij de zon en ‘oogt’ de zon groter.
Meteo & Navigatie
Publicatie Ho-249 The Nautical Almanac
Disclaimer
De bovenstaande uitleg en benaderingen zijn zo betrouwbaar mogelijk uitgelegd, maar geven geen garantie op een veilige navigatie ter land, ter zee of in de lucht, of het slagen voor een examen. Het bovenstaande is uitsluitend bedoeld om het begrip voor de astronomische navigatie te verbreden en te verdiepen.