Zuiderwaterlinie
De Zuiderwaterlinie wordt omschreven als de oudste, langste én meest gebruikte waterlinie van alle Nederlandse waterlinies. Zich uitstrekkende van het Brabantse Bergen op Zoom nabij de Oosterschelde tot Grave aan de Maas nabij Nijmegen. De linie strekt zich uit langs elf Noord-Brabantse vestingsteden. Vanwaar landerijen en polders vol met rivierwater konden worden gezet als verdediging tegen inname van grondgebied. Vanuit de vestingsteden en tussenliggende forten werd de waterlinie onderhouden en beheerd. Vandaag wandelden wij bij de Kleine Schans bij Terheijden.
Terheijden
Aan de westzijde van Terheijden ligt het voormalige fort Kleine Schans. Het is gebouwd in 1639 met de bedoeling om de scheepvaart op de Mark en het gebied tussen Breda het Hollands Diep te beschermen. Één van de middelen om weerstand te bieden tegen inname van grondgebied was het inunderen van uiterwaarden, polderland en laaggelegen gebieden. Halverwege de 17e eeuw na de Nederlandse Opstand tegen Spaanse overheersing raakte de wallen bij Terheijden in verval, maar in 1830 werden de Kleine Schans weer versterkt om weerstand te bieden in het kader van de Belgische Opstand. Rond 1862 zou 300 hectare in de omgeving van Terheijden bestaan uit moerasgebied. Grote delen van de Haagse Beemden ten zuiden van de Mark zijn dat nog altijd: drassige gronden met riet en nat grasland.
Kleine Schans
Stellingmolen De Arend 1742
Aan de rand van Terheijden staat ook de korenmolen De Arend uit 1742, gebouwd voor rekening van de familie Nassau-Siegen. Een molenbrand leidde ertoe dat de molen al in het jaar 1756 herbouwd moest worden. Waarna de molen De Arend is gaan heten. Deze ronde stellingmolen was gebouwd voor het malen van koren en graan, en dat is momenteel ook aan de orde. Onder in de molen bevindt zich de molenwinkel waar graan, tarwe, broodmixen en andere ambachtelijke meelproducten verkrijgbaar zijn. Vandaar dat de molen regelmatig in bedrijf is om de molenwinkel van meel te voorzien.