De Poldervaart
Tussen Delft en Schiedam ligt er een water met de naam Delftse Schie, zich bij Overschie opsplitsend in de Rotterdamse Schie (1345), de Delfshavens (1369) en de Schie bij Schiedam. Dat Schiedam en Delfshaven verband houden met afdamming en aanlegplaatsen klinkt in de plaatnamen door. Door de Schie en de aansluitingen daarop ontstonden er vaarroutes die bij hebben gedragen aan de groei en de welvaart van de omgeving. In 1280 kwam er de Poldervaart bij, ook wel de ‘Nieuwe Vaart’ genoemd.
De Poldervaart is aangelegd in 1280. Een belangrijke functie van de Poldervaart, was in beginsel de afwatering van de polders behorende tot de vijf ‘ambachten’ Vrijenban, Hof van Delft, Berkel, Kethel en Pijnacker. De afwatering via de Schie alleen bleek niet toereikend, de Poldervaart vormde een extra afvoerkanaal en daarmee een bijdrage aan de waterhuishouding van het Delfland. Een bijkomend voordeel was de extra vaarverbinding, van Delft naar een aansluiting op de Nieuwe Maas tussen Vlaardingen en Schiedam. Schutsluizen en inlaten reguleerden de waterstand in de Poldervaart. De Poldervaart sloot aan op de Nieuwe Maas vlak bij de Beneluxtunnel en metrostation ‘Vijfsluizen’. Daar bevond zich dan ook sluis ‘De Vijf Sluizen’.
De Vijf Sluizen (1587)
De naam ‘De Vijf Sluizen’ is dus een verwijzing naar de vijf ‘ambachten’ die via de Poldervaart afwaterde. ‘Ambachten’ waren destijds als het ware ‘rechtsgebieden’, veelal beheerd door een ‘edelman’ behorende tot ‘de adel’. De sluis bij de Maas was dus de sluis van ‘De Vijf’, waarschijnlijk ook bekostigd door ‘De Vijf’. Waarbij de ‘ambachten’ ook hun een eigen sluizen hadden voor de waterhuishouding. Voor vaartuigen waren er ook ‘overtomen’. Waarbij schuiten niet werden geschut maar over de dijk werden getrokken. In 1587 kwam er de gezamenlijke uitwatering bij de monding in de Maas tussen Vlaardingen en Schiedam. Op zeker moment kwam er voor de Poldervaart een functie bij. Naast De Vijf Sluizen kwam er een inlaatkanaal bedoeld om rivierwater uit de Nieuwe Maas naar Delft en Den Haag toe te laten als aanvulling op het daar benodigde drink- en spoelwater.
Verzilting
Maar op zeker moment was dit niet houdbaar. Het polderland zakte ten opzichte van de zeespiegel. Waarmee het water hoog kwam te staan ten opzichte van de kades. Ook deed zich verzilting voor als gevolg van de aanleg van de Nieuwe Waterweg tussen 1863 en 1872. Het zoute zeewater drong zich bij vloed ver de Maasmond binnen. Uiteindelijk in 1958 hield men op met het inlaten van water uit de Nieuwe Maas, het water was te zout geworden. Al met al zou de Poldervaart van Schiedam een ‘gemeentelijk monument’ genoemd kunnen worden. Zoals hier beschreven.