Nederlands Kustpad • Het Staelduinse Bos

Staelduinse Bos

Vandaag legden wij het traject van het Nederlands Kustpad af dat leidt door het Staelduinse Bos bij Heenweg. Met daarbij een gedeelte dat loopt langs de Nieuwe Waterweg. Over de oorsprong van de naam van het rond 1850 ontstane bos is men het wel eens. Het houdt verband met een duingebied en met de visserij langs de monding van de Maas. Maar wel met wat kleine verschillen in de naamsverklaring.

Gemaal aan de Nieuwe Waterweg, aan het einde van het Nieuw Oranjekanaal

Ontstaan van de naam

Zo is er iemand die beweerde dat de vissers bij eb aan de monding van de Maas aan de voet van het duin visnetten met ijzeren (stalen) pinnen vastzetten. Wanneer het dan vloed werd zwommen de vissen de netten in, bij laag water haalden de vissers de vis daaruit. Aardig beredeneerd, maar ik zie het niet helemaal voor mij.

Het Engelandvaarderspad bij Hoek van Holland

Staelen ofwel stelen

Een aannemelijker verklaring vond ik op de website van de Gemeente Westland waar het Staelduinse Bos onder valt. Daar staat beschreven: ‘De naam Staelduin stamt af uit de vijftiende eeuw. Destijds woonden er vissers, die houten “staelen” gebruikten om de grote fuiken in het snelstromende water vast te zetten. Pas vanaf ca. 1850 groeide er bos op dit duin.’ Aannemelijk, zeker wanneer je in “staelen” opvat als “stelen”. Bron: de website van de Gemeente Westland.

In het Staelduinse Bos staan meerdere overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog, zoals deze door de bezetter gebouwde bunkers. Nu huizen er vleermuizen.

Staelluden

Een derde verwijzing vond ik bij de Nederlandse Entomologische Vereniging in een uitgave van 1958. Voor de volledigheid: een entomoloog heeft kennis van insecten. In hun tijdschrift staat ‘Een redelijke verklaring voor de naam Staelduin is zeker te geven. De oorspronkelijke bewoners van deze hoek waren vissers of ‘Staelluden’, zo genoemd naar de staken of palen waaraan de netten werden gedroogd en geboet. Voor het drogen werd natuurlijk een plek gezocht waarde wind vrij spel had, en waar kon dit beter, dan in de lagere duinen, die bovendien op een zodanige plaats waren gelegen, dat ze zowel van zee uit, als van binnen uit gemakkelijk te bereiken waren. De naam ‘Staelduin’ ligt dan ook voor de hand.’ Bron: Entomologische Berichten, 1 januari 1958.

Bunkers in het Staelduinse Bos

Staelduinse bos

En zo wandelden wij door het Staelduinse Bos. Waarbij de naamsverklaring van de Gemeente Westland nog het meest aannemelijk overkomt. Temeer daar we ook langs de nodige knotwilgen liepen. Waarvan de wilgentenen onder andere benut worden voor het maken van bezem- en hamerstelen. Daarin klinkt ook het woord ‘steel’. 

Geef een reactie