Brielle • ‘Libertatis Primitae’

Vestingstad Brielle

De Zuid-Hollandse vestingstad Brielle op Voorne-Putten staat bekend als de eerste stad van de Nederlanden die vrijgemaakt werd van Spaans bestuur. Leiden, Haarlem en Alkmaar zouden volgen. De Prinsgezinde Geuzenvloot was door wind en getij verzeild geraakt op de rede van Brielle. Veerman Coppelstock vervulde daarbij de rol als informatieverstrekker en boodschapper. Aan de Watergeuzen liet hij weten hoeveel Spaansgezinden zich in Brielle huisvestten. Namens de Watergeuzen liet hij het Spaansgezinde stadsbestuur de stad over te geven aan de Prinsgezinde Watergeuzen. Waaraan geen gehoor werd gegeven. Op grond van de door Coppelstock verstrekte gesteldheid van de mogelijke weerstand werd op 1 april 1572 Brielle ingenomen. Een belangrijk gegeven aangezien Brielle strategisch was gelegen langs de vaarroute landinwaarts, het Brielse Gat, het huidige Brielsemeer.

Stadhuis Brielle
‘Libertatis Primitae’ ofwel ‘Eersteling der Vrijheid’ staat er op het oude stadhuis van Den Briel

‘Libertatis Primitae’

Op het voormalige stadhuis van Brielle daterend uit de veertiende eeuw prijkt de Latijnse tekst ‘Libertatis Primitae’ ofwel ‘Eersteling der Vrijheid’. Als verwijzing naar 1 april 1572, de datum waarop Den Briel werd ingenomen door de Prinsgezinde Watergeuzen gedurende de Hollandse Opstand tegen de Spaanse overheersing. Den Briel was strategisch gelegen aan het Brielse Gat, het huidige Brielsemeer, in de huidige tijd een recreatiegebied maar destijds een belangrijk vaarwater waarlangs steden en handelsplaatsen als Rotterdam en Dordrecht en waarlangs ook vestingsteden als Gorinchem werden bereikt.

Kaaistraat, Brielle

Brielle
Kopje koffie bij de Koffiemeid aan de Kaaistraat te Brielle

Jan Pieterszoon Coppelstock

Jan Pieterszoon Coppelstock vervulde daarbij een sleutelrol. Aan Coppelstock  was de pacht verleend om een veerdienst te onderhouden tussen Maassluis en Den Briel. Hij zou dat gedaan hebben met een zeilend vaartuig van het type ‘hengst’, een scheepstype dat het goed gedaan zou hebben in de Zeeuwse- en Zuid-Hollandse zeegaten met ondiepten en droogvallende platen. De vloot van de prinsgezinde Watergeuzen, eigenlijk kapers op de kust waren in het zeegat van het Brielse Gat verzeild geraakt. Waarbij veerman Coppelstock, blijkbaar prins- en protestant gezind burgermeester Koekenbakker van Den Briel liet weten dat de Watergeuzen voornemens waren de Spaans gezinden te verdrijven. Maar inmiddels had Coppelstock ook de Watergeuzen geïnformeerd over het aantal Spaanse soldaten in Den Briel.

Standbeeld Brielle, Coppelstock
Standbeeld van Jan Pieterszoon Coppelstock aan de haven van Brielle

Burgemeester Koekebakker

Van een vrijwillige overgave is het niet gekomen. Eigenlijk bleef het Spaansgezinde stadsbestuur onder leiding van burgemeester Koekebakker van Den Briel wat besluiteloos. Weliswaar hadden de Watergeuzen gezegd dat het stadsbestuur ‘in naam van Oranje’ de poorten moesten openen. Met als ‘bewijs’ de zegelring van watergeus Bloys van Treslong. Maar helemaal overtuigend leek het niet te zijn. Waar de Watergeuzen niet langer op wilden wachten. Op 1 april braken de Watergeuzen de noordelijke stadspoort open, en namen Den Briel in. Wie daar niet gerust op waren ontvluchtten de stad door de zuidelijke stadspoort. Waarop het rijmpje is ontstaan van ‘Op 1 april verloor Alva den bril’. En keek Alva op zijn neus. Waar ook de nationale ‘1 april grappendag’ uit is ontstaan. Jaarlijks wordt dit historische gebeuren in Brielle gevierd, gestoken in historische kledij wordt de geschiedenis nagespeeld.

Rochus Meeuwiszoon

Nu gaven de Spaanse soldaten zich niet zomaar gewonnen. Je kon er op wachten dat zeer versterking ingeroepen zou worden om Den Briel weer eigen te maken. En dat gebeurde dan ook, vanuit Vlaardingen en Heenvliet werden soldaten onder Spaans gezag door de polder naar Brielle gezonden. In de vestingstad bleef dit niet onopgemerkt. Nu was er in Brielle een stadstimmerman, Rochus Meeuwiszoon geheten. Wiens oog viel op de sluisdeur aan de oostzijde waar de polders waren gelegen. Het verhaal gaat dat Rochus op 5 april de sluisdeur met een bijl wist te forceren, waarop de polder onder water werd gezet. En waarmee er wederom een Brielse held was geboren.

Brielle, 1 april
Het vaartuig dat bij de jaarlijkse 1 april-viering in Brielle ingezet wordt als rekwisiet

Machinistenschool Maarten Tromp

In dit gebouw was de Machinistenschool Maarten Tromp gevestigd. Aan de noordzijde van het gebouw bevond zich in het verleden het practicum lokaal, waar les gegeven werd in machine-bankwerken en lassen. Ook was daar het lokaal met scheepswerktuigen in proef- en sleutelopstelling. Over de Burgemeester van Sleenstraat heen bevond zich de kantine met een podium, naar de andere vleugel van de school. Daar werden voor de aankomende scheepswerktuigkundigen de lessen Engels gegeven. Het schoolgebouw is nu ingericht als appartementencomplex, waar voorheen de vakken wiskunde, natuurkunde, elektrotechniek en vaktekenen werden gegeven. Hoe ik dat allemaal weet?

Machinistenschool Maarten Tromp Brielle
Het voormalige schoolgebouw waar de Machinistenschool Maarten Tromp was gevestigd. Nu een eengezinswoningen
Machinistenschool Maarten Tromp
Achterzijde van de voormalige Machinistenschool Maarten Tromp te Brielle

Maarten Tromp (1598-1653)

Op 23 april 1598 werd in Brielle Maarten Harpertszoon Tromp geboren. Op 3 mei van dat jaar werd hij in de Sint-Catharijnekerk van Den Briel gedoopt, als zijnde oudste kind van zeeofficier Harpert Maertenz en Jannetgen Barentsdochter Quack.

Sint-Catharijnekerk, de ‘Brielse Dom’
De Sint-Catharijnekerk van Brielle, ook wel de ‘Brielse Dom’ genoemd. De kerk waar Maarten Harpertszoon Tromp in 1598 is gedoopt
Molen ‘Vliegent Hert’ Brielle
Molen ‘Vliegent Hert’ Brielle

Voorstraat Brielle

Voorstraat Brielle
Voorstraat Brielle

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. Johan

    Ja, dat was het huisje van m’n opa …

Geef een reactie