IJsbreker en directievaartuig
Op één van de Amsterdamse scheepswerven van Jan Frederik Meursing wordt in 1900 in opdracht van Rijkswaterstaat ss Christiaan Brunings gebouwd, een schip dat dienst gaat doen als ijsbreker en als directievaartuig. Na een lange staat van dienst als zodanig, maar ook als meetvaartuig wordt het schip in 1968 overgedragen aan het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. Waar het te berichten is door museumbezoekers en wordt onderhouden het door vrijwilligers.
ss Christiaan Brunings, 1900
Het ss Christiaan Brunings is gebouwd voor rekening van Rijkswaterstaat op een Amsterdamse scheepswerf van J.F. Meursing. Het was op het keerpunt van de zeilvaart naar de stoomvaart. Vandaar dat scheepsbouwmeester ook een fabriek voor Stoomwerktuigen had ingericht. Waar stoommachines, stoomketels, pompen gemaakt. De Christiaan Brunings is een stoomschip geschikt als ijsbreker. Dat wil zeggen dat de romp sterker is uitgevoerd dan gewoonlijk, met meer spanten en een dikkere scheepshuid. Daarbij is het onderwaterschip aan de boeg hoog opgesneden, aan het voorste deel slechts 20 centimeter onder de waterlijn. Een ijsbreker doet zijn werk door met het voorschip voor zover mogelijk het ijs op te varen, waarna het ijs onder het gewicht van het schip breekt.
Meetvaartuig
Naast dat het schip kon fungeren als ijsbreker deed het ook dienst als directievaartuig. Het haalde en bracht belanghebbenden namens Rijkswaterstaat van en naar de waterloopkundige werken van ons land zoals bruggen en sluizen en zeeweringen. Dat kon zijn langs de Grote Rivieren of de Zeeuwse stromen. In de latere periode van haar actieve loopbaan is de Christiaan Bruining ingezet als meetvaartuig, het opnemen van waterdiepten waar nodig. In 1968 is het schip uitgediend en wordt het overgedragen aan het Scheepvaartmuseum. Mede door de sterke romp en de inzet van vrijwilligers is het schip ondanks haar leeftijd nog altijd vaarklaar.
Christiaan Brunings (1736-1805)
Christiaan Brunings (Neckerau bij Mannheim 3 november 1736 – Den Haag 16 mei 1805) was een waterbouwkundige en wordt beschouwd als de grondlegger van Rijkswaterstaat. Hij ontwikkelde een meetinstrument om stroomsnelheden van het water te meten, door hem een ‘tachometer’ genoemd. De Oudgriekse woorden ‘tacho’ en ‘tachys’ zijn verwant aan de begrippen ‘spoed’ en ‘snel’. Brunings had een woonhuis in Halfweg en ligt begraven in de Grote- of St. Bavokerk van Haarlem. Zijn grafmonument vermeld het opschrift ‘Nederlands Raads- en Beschermheer tegen de Woede der Zee en Stormen’.
Compound Stoommachine
ss Christiaan Brunings wordt voortgestuwd door een tweecilinder Compound stoommachine. Bij dit type stoommachines worden er twee cilinders met bijbehorende zuigers, zuigerstangen en drijfstangen toegepast, alsmede stoomschuiven, schuifstangen en de omkeerbeweging. Dit alles door middel van krukken en excentriekschijven verbonden aan de krukas. De twee cilinders zijn van verschillend formaat. Het ‘Compound’ principe is dat de stoom vanuit de stoomketel eerst naar de kleinere cilinder met zuiger wordt gevoerd, vervolgens wordt de stoom vanuit de eerste cilinder door de grotere tweede cilinder met zuiger benut. Daarna wordt de afgewerkte stoom vanuit de tweede cilinder geleid naar de condensor waar de stoom wordt afgekoeld tot condensaat en voedingwater dat door de voedingpomp weer naar de stoomketel wordt gepompt. Waarmee de stoomkring is gesloten.
Stoommachine J.F. Meursing, 1900
De aan boord van de Christiaan Brunings geïnstalleerde Compound stoommachine is afkomstig van de ‘fabriek voor stoom- en andere werktuigen’ van J.F. Meursing te Amsterdam heeft een vermogen van 375 ipk bij een maximum toerental van 160 omwentelingen per minuut. Om de ruim 120 jaar oude machine te sparen doet men het rustiger aan dan dit maximum toerental.
Krukas en drijfwerk
Condensor
Condensaat- en voedingpomp
Schotse Ketel I.A. Kreber, 1952
De in 1952 bij de firma I.A. Kreber in Vlaardingen gebouwde stoomketel van het type Schotse ketel heeft een verwarmd oppervlak van 110 m2 en een werkdruk 10 atmosfeer. De ‘atmosfeer’ is een gedateerde eenheid, 10 atmosfeer komt overeen met 10,1325 Bar. Een eerdere stoomketel van de Christiaan Brunings zou gebouwd zijn geweest op de Rijkswerf in 1926. Welke Rijkswerf blijft vooralsnog de vraag, er waren meerdere ‘Rijkswerven’ in Nederland. Maar in datzelfde 1926 plaatste de ‘Rijkswerf’ ook een stoomdynamo en een stuurmachine. De stoom aangedreven dynamo vanwege de toepassing van elektrisch licht in plaats van olielampen. De stuurmachine verlichte het werk aan het stuurwiel.
Vuurgangen, vlamkast, vlampijpen, rookkast
In 1998 is er de vervangende ketel geplaatst, de in 1952 gebouwde kolengestookte Schotse Ketel met twee vuurgangen ketel. Vanuit de vuurgangen stromen de hete gassen in de vlamkast die zich achterin de stoomketel bevind (eigenlijk aan de voorzijde van het schip). Vanuit de vlamkast stromen de hete gassen door de vlampijpen terug naar het front van de stoomketel om uit te komen in de rookkast, waarboven de schoorsteen een natuurlijke trek veroorzaakt. De stoomketel van de Christiaan Brunings is gebouwd bij de Vlaardingsche Machinefabriek I.A. Kreber met bouwnummer 251. Deze Vlaardingse machinefabriek bouwde overigens ook de Compound Stoommachine van stoomsleepboot Jan de Sterke (1913) uit Gorinchem.