Stormanker, stopzak
Zeeanker, stormanker, sleepanker, drijfanker, stopzak; er worden verschillende benamingen gebruikt voor dit opmerkelijke uitrustingstuk voor relatief kleine schepen. Een drijfanker kan worden ingezet bij uitzonderlijke situaties. Waarbij de benamingen aansluiten bij de bedoeling van de kegelvormige zak van stevig materiaal. Een storm- of zeeanker wordt aan een lijn uitgezet vanaf de voor- of achterzijde van een vaartuig.
Samengevat is een drijf- of zeeanker in staat om een vaartuig met het voor- of achterschip in de wind en golven te houden en het afdrijven te voorkomen. Waarbij het niet gaat om grote zeeschepen maar om relatief kleine boten zoals sloepen, reddingboten, zeiljachten en motorboten.
Zeeanker strandreddingboot
Voorheen werden er strandreddingboten gebruikt die geroeid en gezeild werden. Bij aanlandige wind en branding was het zaak niet dwars in de branding te komen liggen. Ook het passeren van banken en ondieptes waar zich grondzeeën kunnen voordoen was niet zonder gevaar tot omslaan of volstaan. Door een drijfanker of zeeanker aan een lange lijn over het achterschip uit te zetten werd de kont in de zee gehouden. Met de bedoeling om golven en de branding onder de strandreddingboot door te laten lopen bij het aanlopen van het strand.
Leer hier over strandreddingboot Jonkheer H.J. Ortt
Klein schip op open zee
Wanneer de situatie zich voordoet dat een storm op zee doorstaan moet worden, dan is het zeeanker als stormanker een hulpmiddel om hetzij het voorschip ofwel de voorsteven, of het achterschip ofwel de achtersteven in de wind en golven te houden. Beiden hebben een voor- en nadeel. Door het zeeanker uit te werpen over de voorsteven zal een boot met de boeg in de wind en golven komen te liggen.
Stormanker over de voorsteven
Het voordeel is dat een vaartuig daarop gebouwd en vormgegeven is: door en over de golven heen varen. Waarbij de plaats van de bemanning veelal het meest comfortabel is, ook liggende achter het stormanker. Het nadeel is dat het vaartuig in zekere mate achteruit vaart ten opzichte van het water. Waarmee er andere krachten dan bedoeld op het roer en stuurwerk worden uitgeoefend. Vooruit varend wil een roer zich vrij naar midscheeps bewegen. Achteruitvarend juist naar de maximale roeruitslag.
Stormanker over de achtersteven
Door het zeeanker uit te zetten over het achterschip zal de achtersteven zich keren naar de wind en de golven. Waarbij het nadeel is dat de golven mogelijk over de boot of naar binnen spoelen. Maar bij het zeeanker over het achterschip vaart de boot als gevolg van wind en golven wel zij het geremd door het drijfanker vooruit. Het roer en stuurwerk worden minder zwaar belast, zal wanneer de boot van een golf afglijdt door het stormanker minder gevaar lopen dwars in de golven te vallen. En wordt het roer naar de middenstand bewogen.
Drijfanker, beperken van verwaaien
Het zeeanker kan ingezet worden om al te veel afdrijven van een vaartuig bij zwaar weer te voorkomen. De weerstand die het zeeanker of drijfanker ondervindt laat bijvoorbeeld een zeiljacht voor top en takel ofwel met gestreken zeilen niet moeiteloos met de wind meevoeren, maar beperkt het afdrijven.
Sleepanker bij gesleept worden
Vergelijkbaar met een stranding zoals bij strandreddingboten kan het drijfanker ook gebruikt worden bij gesleept worden. Bij het voor de zee uitlopen kan het zich voordoen dat een relatief licht gesleept zeiljacht van de golven afglijdt, met de neiging het slepende vaartuig voorbij te varen. Een drijfanker kan dan als stopzak en sleepanker behulpzaam zijn. Let wel dat daar grote krachten worden uitgeoefend op het dekbeslag. Het sleepanker zou kapot getrokken kunnen worden. De vaarsnelheid van het slepende vaartuig vraagt daarom aanpassing. Binnenhalen van het drijfanker dat fungeert als stopzak is er niet bij vanwege de grote krachten. Denkbaar is dat het drijfanker pas ingezet wordt wanneer de situatie kritiek wordt. Zoals bij het aanlopen van de havenmond.