Primitieve overnachting
Geslapen in het hutje ‘in the middle of knowhere’. Echt donker was het niet geworden, tussen half een half drie was het wat schemerig, maar om vier uur was het zo licht als overdag. Om zes uur was ik wakker en besloot op te staan want er stond een lange wandeling gepland voor vandaag van dik zesentwintig kilometer. Om koffie of thee te zetten moest de kachel weer aan, dat deed ik maar niet wat betekende geen bakkie koffie en geen heet water mee voor onderweg. Kwart over zeven was de tas gepakt, het hutje keurig zoals aangetroffen en had ik gegeten. Door het hoge gras liep ik naar de route. Het eerste stuk was niet zo spannend, een grintpad door het bos na een uur uitkomend bij de Kungsstugan, een eenvoudige hut waar de koning van Zweden ooit (in de 19e eeuw) heeft gelogeerd, maar nu beschikbaar voor pelgrims.
De bossen weer in
Vlak voor de Kungsstugan ging het pad de bossen in. Het leken de alpenlanden wel, klimmen en klauteren, over boomwortels en keien. Een pad zo smal dat het fijn was dat ik alleen was. Na een flinke tijd van klimmen en dalen kwam ik uit op de E14, de doorgaande weg tussen Sundsvall en Trondheim. Voorzichtig oversteken en ik stond op de grens van een nieuwe provincie (Jämtland), compleet met grenspaal. Jämtland is dunbevolkt en bestaat overwegend uit bossen en meren.
De klim in
Na een klein stukje overzichtelijk wandelpad ging de route opnieuw in de klim. Met boomtakken en keien maar met nu ook een nieuwe hindernis: een drassige grond en wellend water wat zich een weg zocht over het pad. De wandelgids had iets geschreven over droge sokken meenemen. Voor dit pad had ik enkele uitdagingen voor mijzelf bedacht: droge voeten houden, want ik mocht nog 20 kilometer, niet uitglijden of verstappen, en op de been blijven. Het is gelukt! Het was een etappe van een kilometer of vijf en ineens liep het pad naar beneden, door een struiken opening heen en stapte ik op een doorgaande weg door het bos.
Langs het meer
Door de struiken zag ik dat de weg langs een groot meer liep. Aan dit meer was een pelgrimshut gelegen. Wie avontuurlijk is ingesteld, heeft de mogelijkheid te overnachten in deze hut aan het meer, gratis. Verder lopend door het bos, werd het tijd voor middagpauze. Zoekend naar een bankje of geschikte rustplaats ging ik verder. Qua rustplekken is er geen peil op te trekken. Op het ene traject heb je bankje na bankje, soms zelfs overdekt met een afdak en een prullenbak voor je afval. Op dit traject waren de bankjes dun bezaaid.
Opluchting
Na enkele kilometers kwam ik bij het gehucht Lillkrogen bestaande uit drie boerderijen en een bedrijf voor boswerkzaamheden. Een hondje uit het dorp liep gezellig met mij mee. Bij een verlaten vakantiehuisje zag ik een prima rustplekje. Na de rust volgende een brede slingerweg door het bos. Net als de bankjes waren ze op dit traject ook karig met de bewegwijzering. Tot nu toe was er geen twijfel mogelijk of ik op de goede weg was, maar vandaag moest ik soms even wachten op een aanwijzing. Opluchting!
Bräcke
Het laatste stuk ging langs een doorgaande asfalt weg naar het plaatsje Bräcke. Het laatste bordje stuurde mij deze kant op en er kwamen geen bordjes meer. Klopt dit? Mijn telefoon vertelde dat deze weg naar Bräcke leidde, dat was dus goed. Vier kilometer, een uur lopen. In elk geval was ik niet verdwaald. Na een uur bereikte ik Bräcke en meteen ook weer de bewegwijzering. Bräcke is het grootste plaatsje in de regio. Vroeger was het mooi en de plek van de streek, nu is het vergane glorie. Evenals het hotel, zeer vriendelijke ontvangst maar gedateerd. Morgen houd ik hier mijn eerste rustdag. Een dag om de was te doen, wat boodschappen en nieuwe energie opdoen voor het volgende traject.