Thuiswater
Bijna twintig jaar lang is het IJsselmeer ons thuiswater geweest, maar we verwisselen naar de Zeeuwse- en Zuid-Hollandse stromen. En dat in een bijzondere tijd waarin er rekening is te houden met Corona-maatregelen. Dit lijkt een bijzaak maar bepaald wel de route en de reistijd van noord naar zuid.
Met staande mast zijn er in grote lijnen drie mogelijkheden: over zee van IJmuiden langs de kust en dan bij Hoek van Holland of Stellendam weer landinwaarts richting het Haringvliet. De Staande Mastroute door Amsterdam richting het oostelijk deel van de Ringvaart van de Haarlemmermeer en dan via Hollandse IJssel, de Noord, de Dordtse Kil en het Hollands Diep naar de Volkeraksluizen. Of via Zijkanaal C over Haarlem en dan het westelijk deel van de Ringvaart langs de Kagerplassen. Daarbij tweemaal een snelweg en meerdere spoorbruggen passerend waarin de bruggen geopend worden, eventueel te varen in konvooi en in een ‘blauwe golf’. De route over Amsterdam betreft een nachtvaart vanwege de te openen bruggen waarover overdag ook bussen, trams en treinen rijden.
COVID-19 maatregelen
De laatste optie valt af vanwege de Corona-maatregelen. De geldende avondklok staat pleziervaart in de nacht niet toe. Dan de optie over Haarlem. Te omschrijven als de toeristische route over Bennebroek, Lisse en Hillegom. Leuk, al die bloembollen maar erg tijdrovend. We ‘moeten’ kiezen voor de route over zee op voorwaarde van betrouwbare weersomstandigheden. Zodra het kan gaan we, dat besluit is genomen. Evenals een aantal op te nemen vakantiedagen.


Markermeer en Noordzeekanaal
Bij vertrek is de wind uit het noorden 4 Beaufort, een ideale wind maar wel fris voor de tijd van het jaar. We kleden ons warm, je kunt beter warm blijven dan warm worden. Een opmerkelijk detail: we hebben anderhalf jaar niet gezeild, de boot heeft anderhalf jaar lang op de wal gestaan. Nu we op deze donderdagmorgen de zeilen hijsen is het even zoeken en wennen en oefenen met de grootzeilval, de giekophouder en – neerhouder en de reeflijnen. Die morgen ook het kleine voorzeil op de genuaroller gezet, en een paar maal in- en uitrollen om het zeil zich te laten zetten in combinatie met de bedieningslijn. Maar eenmaal op het water begint het snel te wennen, het zeilen verleer je zomaar niet. Ruimschoots zeilen we langs de Flevopolder over het Markermeer richting het IJmeer, waar het behoorlijk druk en vooral veranderd is. Druk met binnenvaarders en veranderd met betonde vaarroutes. Na het passeren van de Oranjesluizen komen we op het IJ, varende langs de scheepswerven van Amsterdam-Noord en het Centraal Station op de zuidoever.




Seaport Marina
De rustige weersomstandigheden als gevolg van een groot hogedrukgebied boven de noordelijke Noordzee dienen zich half april aan, wat resulteert in wind uit noord tot noordoostelijke richting. Voor een rustige zeiltocht kun je niet beter hebben! Want een zuidwesten wind betekent opkruisen tegen wind en golven in, maar met noordelijke wind ruimschoots met wind en golven mee. We nemen de gelegenheid waar voor de route over zee, Zijkanaal C passerend, dat was Plan B. Na het IJ en het Noordzeekanaal ingeklemd tussen de Oranjesluizen en het sluizencomplex bij IJmuiden meren we na een dag zeilen en varen af in Seaport Marina IJmuiden, aan een drijvende steiger achter een imposante zeewering voor een goede nachtrust.
Vertrek IJmuiden
De volgende morgen willen we, bij de kentering van het tij buitengaats om 4.30 uur vertrekken. Het wordt uiteindelijk 5.00 uur dat we de haven verlaten na een goed ontbijt en de nodig voorbereidingen. Over de VHF kanaal 61 melden we Haven IJmuiden dat we naar zee gaan, met bestemming de zuid. Alles in orde, om 5.30 zijn we buiten de pieren en volgen we de route langs de 15 meter dieptelijn. Tussen IJmuiden en Zandvoort zien we een Urker visser, verder is de zee leeg. Achter ons licht TaTa Steal, voorheen Corus en Hoogovens helder op. Wij varen nog in de nacht, het daagt in het oosten.




Maasmond Passage
Na een korte tussenstop in de haven van Scheveningen waar we ons gemeld hebben op VHF 21 om veilig de haven aan te lopen naderen we rond de middag de Maasmond. Bij de groen boei MN 1 melden we ons over de VHF kanaal 3 bij Aanloop Maasmond dat we we voornemens zijn om de Maasmond over te steken, en begeven we ons in het gebied bedoeld voor overstekende kleine schepen zoals wij. We worden goed gehoord, we spellen onze scheepsnaam, we krijgen mee uit te blijven luisteren op VHF 3, we horen later onze scheepsnaam vermeld in de communicatie met andere scheepvaart. We hebben een zeil gezet om visueel beter zichtbaar te zijn. Uiteraard voeren we een radarreflector in de mast. Het is relatief rustig, we zien de Eendracht bij de noordelijke paddestoel zich ophouden, er kiest een containerschip van Maersk zee, evenals een oranje chemicaliëntanker en een Ferry, deze gaan ruim voor ons over. Bij het begin van onze oversteek komen er twee zeeschepen van zee, voor de eerste verleggen we de koers wat zodat deze voor ons over gaat, de tweede vaart traag, daar gaan we voor langs. We houden koers richting de cardinale boei MV en gaan richting de aanloop van het Slijkgat. Afmelden bij sector Maasmond kan maar hoeft niet. We houden de communicatie schoon.




Slijkgat
Vanaf de Maasvlakte en de Europoort koersen we op kompas en visueel richting de vuurtoren Westhoofd. Na twee uur varen komen we uit bij de eerste rode en groene boeien van het Slijkgat waarna we relatief dicht bij het strand van Goeree en ‘De Kwade Hoek’ richting Stellendam gaan. Het is afgaand tij, de stroom hebben we wat tegen, hoe dichter we bij Stellendam komen hoe meer we ook brekers gaan zien op de zandbanken achter en naast ons. Drie weken geleden nog was er sprake van een ondiepte als gevolg van wind en water, daarna is er wederom uitgediept, we zagen aan het begin van het Slijkgat twee baggerschepen, maar op het ondiepe stuk houden wij 1.90 meter water onder de kiel. Ruim genoeg voor ons kleine bootje. Maar we zaten ook aan de groene kant, de rode kant vermeldt op de kaart 1.20 meter waterdiepte bij astronomisch laag water. Goed om te weten, juist bij vallend water. ‘Al ziet men kerk en toren staan, dan is de reis nog niet gedaan’.

Haringvliet en Volkerak

Haringvlietbrug
De Haringvlietbrug kunnen we met staande mast onderdoor. Maar dan wel in het midden van het Haringvliet, de brug vormt een boog. Het beweegbare deel heeft een hoogte van 8.80 meter, de vaste delen dichter bij de oever 10.20 tot 11.20 meter, het middengedeelte 12.20 meter, afhankelijk van de waterstand. De peilschalen op de brugpijlers duiden 13,50 meter aan. Volgens de papieren zijn wij 11,50 meter hoog zonder VHF antenne. Wij rekenen veiligheidshalve dat we 12,50 nodig hebben, rekening houdend met golfslag en andere afwijkingen die de doorvaarthoogte bepalen.

Mooie tocht.
Dat was het zeker! Mede mogelijk gemaakt door een goede bemanning. Smaakt naar meer!
Wat een mooi scheepsjournaal.