Veerse Meer en Oosterschelde
Niet eerder hebben wij de haven van Kamperland aangedaan. Een haven waar de nadruk ligt op een nabijgelegen vakantiepark, en het hebben van een bijbehorend bootje. In het centrum van Kamperland slaan vers fruit en groente in, bij de boerderijwinkel.
De dag eerder zijn we van Veere naar Arnemuiden gezeild, de boekenlijn volgend langs de Veerse Dam, daar waar het Veerse Gat op 24 april 1961 door middel van rietmatten, caissons en basaltblokken werd afgesloten als onderdeel van de Deltawerken. Alhoewel een kort stukje zeilen toch een noemenswaardig voorval. Ruime wind oostwaarts zeilend vanaf de Veerse Dam komt ons aan de wind een zeilende tjalk tegemoet, komende uit het Vaarwater langs Kamperland. Er staat een stijve bries uit het zuidwesten, wij zijn ter hoogte van de Mosselplaat. De bruin-crème tjalk komt zo mooi aanzeilen dat ik overweeg er een foto van te maken. Het grootzeil is gereefd, bruisend water voor de kop. Ik zeg nog ‘we zullen zo even uit de wind zijn, als hij ons voorbij gaat’. Plots loeft de tjalk flink op, zover dat onze koersen elkaar zullen gaan kruisen.
Oploevende tjalk
In eerste instantie denk ik dat de tjalk koers wil zetten naar Veere, door het Veersche Gat heen. Ik denk ook nog ‘waarom voor mij langs, wij zeilen over bakboord, hebben recht van de weg. Maar niets is minder waar, ik zie de schipper van de tjalk met alle kracht leunen tegen de helmstok om de over stuurboord hellende tjalk weer terug op koers te krijgen. De schipperse zie ik pogingen doen de grootschoot te vieren. De tjalk loopt danig uit het roer, vlak voor ons. Om een aanvaring te voorkomen loeven wij ook op, en gaan door de wind, de tjalk passeert achter ons langs. Wat daarna gebeurt spreekt boekdelen. De schipper van de tjalk maakt een dankbaar gebaar naar ons. Dankt ons hartelijk voor onze alertheid. Een kwestie van goed zeemanschap van ons beiden. Van een foto is het niet gekomen.
We halen de kleden van de zeilen af. Wetende van weinig voorspelde wind. Maar je weet maar nooit, later op een zonnige dag trekt de wind wel vaker aan. Maar van zeilen is het niet gekomen. Rustig varend op de motor van boei naar boei varen we richting de Zandkreeksluis. Daar aangekomen zien we meer vaartuigen naar binnen schutten, het Veerse Meer op, dan naar buiten, naar de Oosterschelde. Wachtend op onze beurt vullen we de dagtank bij met de tien liter diesel uit de jerrycan. De dagtank is nu weer bijna vol, een indicatie voor het gebruik van de achter ons liggende dagen. Wij houden voor na het schutten alle opties open: Kats, Goese Sas, Burghsluis of de Roompot. Afhankelijk of er wind zal zijn om te zeilen, en of we ons nog mee kunnen laten voeren met de naar zee trekkende ebstroom.
Gewijzigde plannen
Beiden gaan niet op. Alle waarneembare windmolens staan stil, de zon schijnt uitbundig en de vloed komt al op. We zetten koers naar Wemeldinge, waar we met een uurtje varen kunnen zijn. Dan hebben we een mooi stuk gevaren en liggen we weer aan open water. Morgen is er code geel aangegeven wat betreft de zonkracht. We bereiden ons voor op een kalme dag. We krijgen een ligplaats toegewezen in de jachthaven van Wemeldinge, naast een mooie Cornish Crabber 24.
Van Kamperland naar Wemeldinge 14,5 Zeemijl
Dat was een warme dag en geen wind