Over zeilen en een boeren zakdoek
We kunnen wel zeggen dat de mooie zeildagen zich aaneen rijgen. Met een patroon dat zich dagelijks lijkt te herhalen. In de morgen staat er nauwelijks wind, maar rond tien a elf uur begint de wind te waaien. Na de middag aangetrokken tot zo’n 3 a 4 Beaufort. Zoals ook vandaag, in de morgen wind uit het zuidwesten, die in de middag zou gaan ruimen naar west en mogelijk noordwest.
Scharendijke
Ons reisdoel van vandaag is Scharendijke, gelegen aan de Grevelingen. Daar is een jachthaven aangelegd in de haven met de naam Kloosternol. Een nol is een oud-Nederlands woord voor een heuveltop of een verhoging waarop een burcht was gebouwd. Ook het uiteinde van een dijk kon worden aangeduid als zijnde een nol. Haven de Kloosternol is daarmee een verwijzing naar een klooster dat in het nabijgelegen buurtschap Elkerzee heeft gestaan. Vanwege de inmenging van de Watergeuzen hebben de nonnen in 1572 elders een veilig heenkomen gezocht. Maar toen was de haven er nog niet. Die werd pas aangelegd in 1910.
Meekrap en meestoof
De haven Kloosternol werd in die periode aangelegd, in het bijzonder voor het vervoer over water van het product meekrap dat veelvuldig verbouwd werd op Zeeuwse bodem en ook op Schouwen-Duiveland. Meekrap was afkomstig van de meekrapplant met rode wortels. Dit kleurvaste rood van vermalen wortels werd gebruikt als kleurstof voor kleding, gordijnen en tapijten, en voor houtwerk bijvoorbeeld voor meubels en Friese staartklokken. Zo kon men ‘eenvoudig’ eikenhout of zelfs goedkoop grenen laten lijken op ‘luxe’ notenhout, door middel van het kleuren met meekrap. En de oorspronkelijke boerenzakdoek, ook deze werd rood gekleurd door middel van de wortels van de meekrapplant. Van meekrap komt ook het begrip meestoof ook vandaan, een meestoof is een schuur of zolder waar de meekrap wordt vermalen, gedroogd en opgeslagen.
Zeilen over de Grevelingen
Nu liggen er in de Grevelingen verschillende platen met begroeiing waar het betonde vaarwater in bochten omheen loopt. Er zijn stukken vaarwater die relatief dicht onder de dijk doorlopen. Waarlangs op sommige stukken ook weer hoge bomen. In combinatie met de ruimende wind houden we er dus rekening mee dat we soms in de luwte en dan weer op open water zullen zijn. En dat de wind ook uit verschillende hoeken kan komen, vanwege de begroeiing en de dijken.
Bruinisse
Op de motor varend verlaten we Sint Annaland. Het is laag water, stroom staat er nauwelijks. Na de Krabbenkreek volgt het Mastgat en het Zijpe. Bij de Grevelingensluis te Bruinisse hebben we geen wachttijd, wanneer wij aankomen verlaten andere schepen zojuist de schutkolk, wij schutten tegelijk met een opgebouwde Westlander. Na het schutten draaien we de Grevelingen op.
Aan de wind en opkruisen
Daar staat al wat wind, en we zetten even na Bruinisse de zeilen. Het meerendeel is aan de wind, voortdurend vangen we zo’n 5 Knopen. We kiezen de route langs de Veermansplaat en zuid langs de Hompelvoet, om de wind niet pal tegen te hebben in het smalle vaarwater van de Geul van Bommenende. Met lange slagen kruisen we op naar en langs de Hompelvoet, om uiteindelijk Scharendijke aan te lopen. De havenmeester wijst ons eenmaal aangekomen een prima ligplaats aan. Waar we wandelend door Scharendijke de benen strekken.
Alweer aardig richting thuishaven