Lichtschip 12 Noord-Hinder

Lichtschepen zijn schepen voorzien van een licht vergelijkbaar met vast opgestelde vuurtorens. Een op zee geankerd lichtschip is daarmee om een drijvend baken. Lichtschepen zijn niet voorzien van eigen een voortstuwing, maar worden door een slepend schip van en naar hun ligplaats gebracht. Lichtschip 12 is het laatste lichtschip dat in gebruik is geweest voor de Nederlandse kust. Lichtboeien en lichtplatforms hebben de functie van lichtschepen overgenomen. Lichtschip 12 is gebouwd in 1963 en heeft bemand en onbemand tot 1994 dienst gedaan. Haar laatste positie was in de nabijheid van de Belgische banken voor de Zeeuwse kust.

Lichtschip 12
Lichtschip 12, o.a. gelegen op de Noord Hinder bank voor de kust van Nederland ter hoogte van de Oosterschelde. Nu museumschip in Hellevoetsluis

Technische gegevens

Scheepswerf: De Waal, Zaltbommel
Bouwjaar: 1963
Lengte over alles: 45,40 meter
Breedte over alles: 8,35 meter
Holte: 4,65 meter
Diepgang: 3,15 meter
Waterverplaatsing: 510 ton

Lichtkarakter: 2 schitteringen per 10 seconden Fl(2) 10 sec
Optiek: fresnellens 18 meter boven zeespiegel
Lamp: Brandaris gloeilamp 70 volt
Vermogen: 4200 Watt
Lichtsterkte: 1.900.000 Candela
Lichtbereik: 27 Zeemijl
Racon lichtschip NH: Lettersein M (— —)
Racon boei NH: Lettersein T (—)

51° 39' 00” N, 2° 34' 00” E
Gewezen positie lichtschip Noord-Hinder, 51° 39′ 00” N, 2° 34′ 00” E

Lichtschip paddestoelanker

Om lichtschepen te verankeren worden dikwijls zogenoemde paddestoelankers gebruikt. Het spreekt voor zich dat het bij lichtschepen meer nog dan bij andere schepen van belang is op de plaats te blijven liggen. Het paddestoelanker heeft vanwege het relatief grote gewicht en ingravend deel een grote houdkracht, vooral op zachte bodems en zandgrond. Daarbij kan de ankerketting zich niet verstrengelen met het anker, of achter de armen of stok blijven haken. Dit is belangrijk, niet alleen bij het ten anker laten gaan, maar ook vanwege het kenterende tij, ofwel de omkering van de stroomrichting van het water. Het lichtschip zal zich dan om het anker heen bewegen, waarbij het belang is dat anker en ankerketting niet verstrengeld raken. De kegelvormige openingen rond de rand helpen de zuigkracht te verlagen, wanneer het anker wordt gelicht.

Lichtschip 12 Paddenstoelanker
Lichtschip 12 Paddestoelanker

Bemanning

De laatste jaren waren Lichtschepen zoals de ‘12’ onbemand. De aan boord geïnstalleerde apparatuur werd radiografisch bediend vanaf de wal. Maar in de beginperiode waren lichtscherm bemande schepen: een gezagvoerder, ‘stuur’lieden, machinisten, bootslieden, matrozen en een kok. Om taken als communicatie met passerende schepen, meteorologische waarnemingen en scheepsonderhoud te doen. De dieselgeneratoren dienden onderhouden en bediend te worden, opdat het licht zou blijven branden. Denk daarbij ook aan de misthoorn. Een belangrijke taak was ook het nagaan van de positie van het lichtschip. Bij stormgetijden kon het voorkomen dat het lichtschip van de plaats was geraakt waarbij sleephulp moest worden ingeroepen. Daartoe bewezen de betonningsvaartuigen dienst. Reden waarom het betonningsvaartuig Delfshaven met een beting (sleepbolder) was uitgerust.

Aflossing en bevoorrading

De bemanning verbleef in beginsel twee weken aan boord alvorens afgelost te worden. Daarvoor diende de jol, om bemanningsleden maar ook victualiën (voedselvoorraad) en goederen over te zetten, bijvoorbeeld naar het betonningsvaartuig (bijv. de Delfshaven) de loodsboot (zoals de Rigel) of loodstender (de Zilvermeeuw).

Lees hier meer over Lichtschip 12

Lees hier over Amerikaanse lichtschepen