Windrichting en windsnelheid
Zeilen doe je op de wind. Door de wind langs de zeilen te laten strijken zodat er drukverschillen ontstaan aan de ene zijde van het zeil ten opzichte van de andere zijde wordt er ‘lift’ gecreëerd en beweegt een zeilboot zich voort. Volgens dezelfde principes blijven vliegtuigen in de lucht, zetten windturbines zich in beweging, en vliegen vogels. De windrichting is af te lezen van een windvaan of een natte vinger, de windsnelheid kan worden geschat aan de hand van het water en de golven. Een elektronische windmeter geeft daarbij een indicatie van wat waargenomen van de wind.

True Wind Direction en True Wind Angle
Een windrichtingmeter aan de wal kan zodanig worden opgesteld dat de windstreken worden aangegeven, bijvoorbeeld een noordenwind of een westenwind. In vaktaal de True Wind Direction ofwel de TWD genoemd, de ware windrichting. Op een stilliggende boot te vertalen als de de True Wind Angle, de TWA genoemd. Een windrichtingmeter aan boord van een vaartuig duidt de windrichting aan ten opzichte van het schip. De wind komt van voren, van opzij of van achteren bijvoorbeeld. Deze windrichting is te herleiden tot windstreken af te lezen op het kompas.
Apperant Wind Angle
Stel dat de zeilboot stil ligt met de wind recht van opzij, dan zal de windvaan of het instrument dat ook aanwijzen: de wind komt recht van opzij. Stel dat het windstil weer is. En de zeilboot wordt naar voren bewogen, bijvoorbeeld bij het varen op de motor. Dan zal er ‘vaarwind’ ontstaan, de windmeter geeft een wind aan die recht van voren komt, vanuit de vaarrichting. Wanneer de zeilboot met de wind die zijdelings inkomt vaart gaat lopen, dan zal er een schijnbare wind aangewezen gaan worden, de resultante van de ware wind van opzij en de vaarwind van voren. De schijnbare wind gaat schuin van voren inkomen. In vaktaal de Apparent Wind Angle ofwel de AWA, de schijnbare windhoek.
True Wind Speed en Apperent Wind Speed
Een vergelijkbaar effect doet zich voor bij de windsnelheid. Wanneer het vaartuig stil ligt zal er bij aanwezige wind een bepaalde windsnelheid worden gemeten. Bij windstilte zal de windmeter ‘0’ aanwijzen, maar wanneer er gevaren gaat worden, op de motor of gesleept, of wanneer het vaartuig drijft op stromend water, dan zal de windmeter een gemeten windsnelheid aan gaan duiden. Wanneer het schip stil ligt en er staat wind, dan is dat True Wind Speed, ware windsnelheid ofwel de TWS.
Bij aanwezige wind doet dit zich tijdens het zeilen ook voor. Stel dat er gezeild wordt met de wind schuin van achteren ofwel ruimschoots. We zeilen dan van de windrichting vandaan. De windmeter zal minder windsnelheid aangeven dan de werkelijk aanwezige wind. We meten een relatieve windsnelheid. Stel dat er een aandewindse koers gezeild wordt, een wind die schuin van voren inkomt, dan zal juist een hogere windsnelheid worden gemeten. De vaarsnelheid beweegt zich ‘tot op zekere hoogte’ naar de wind toe. Zeilen we van de windrichting vandaan, dan neemt de relatieve windsnelheid af. Dit wordt de De Apparent Wind Speed genoemd ofwel de AWS, de schijnbare windsnelheid.
TWD True Wind Direction, ware windrichting
TWA True Wind Angle, ware windhoek
TWS True Wind Speed, ware windsnelheid
AWA Apparent Wind Angle, schijnbare windhoek
AWS Apparent Wind Speed, schijnbare windsnelheid
Ware – en schijnbare wind
In gewoon Nederlands worden de bovenstaande effecten de ‘ware wind’ en de ‘schijnbare wind’ genoemd. De ‘ware wind’ is de wind die gerelateerd kan worden aan de windstreken van het kompas en ten opzichte van het aardoppervlak. De schijnbare wind is de windrichting zoals deze ervaren wordt op een zich voortbewegend schip, die afgelezen wordt van de windvaan, vlaggen en de zeilen.
Windmeter

Schaal van Beaufort
0 Windstil 0 – 0,2 m/sec < 1 Kn 1 Zeer zwakke wind 0,3 – 1,5 m/sec 1 – 3 Kn 2 Zwakke wind 1,6 – 3,3 m/sec 4 – 6 Kn 3 Zeer matige wind 3,4 – 5,4 m/sec 7 – 10 Kn 4 Matige wind 5,5 – 7,9 m/sec 11 – 16 Kn 5 Vrij krachtige wind 8,0 – 10,7 m/sec 17 – 21 Kn 6 Krachtige wind 10,8 – 13,8 m/sec 22 – 27 Kn 7 Harde wind 13,9 – 17,1 m/sec 28 – 33 Kn 8 Stormachtige wind 17,2 – 20,7 m/sec 34 – 40 Kn 9 Storm 20,8 – 24,4 m/sec 41 – 47 Kn 10 Zware storm 24,5 – 28,4 m/sec 48 – 55 Kn 11 Zeer zware storm 28,5 – 32,6 m/sec 56 – 63 Kn 12 Orkaan windsnelheden > 32,6 > m/sec > 63 Kn