NASA Clipper Elektronisch stuurkompas • Handleiding

NASA Clipper Elektronisch stuurkompas

Een elektronisch kompas als de NASA Clipper werkt op basis van het aardmagnetisme, volgens het ‘fluxgate’ principe: spoelen of windingen wekken meer of minder elektrische stroom op afhankelijk van de bekrachtiging door het aardmagnetisme door deze spoelen. Dit elektrische signaal wordt door elektronica omgezet in een digitale weergave op het beeldscherm. Het NASA Clipper electronische kompas bestaat uit een display waarop in cijfers de voorliggende koers wordt weergegeven en de fluxgate kompasunit welke op een plaats met minimale magnetische invloeden gemonteerd dient te worden. 

NASA Clipper Display

NASA Clipper electronisch kompas
Display NASA Clipper electronisch kompas

HANDLEIDING NASA STUURKOMPAS

Instellen van de demping

Wanneer tijdens het varen voortdurend koerswijzigingen plaats vinden als gevolg van zeegang, waar als gevolg daarvan de aanduidingen op het kompas voortdurend wijzigen, dan kan er een demping van het kompas worden ingesteld voor een rustiger koersaanduiding op het display. Dit kan door STEER en DEC tegelijk in te drukken. In het display verschijnt de aanduiding L, A of H. L staat voor lichte demping, A, voor gemiddelde demping, H voor zware demping. Door het achtereenvolgens tegelijk indrukken van STEER en DEC wordt overgeschakeld van L naar A naar H. Wanneer de knoppen los te laten wordt na twee seconden de gekozen instelling bewaard.

Demping instellen STEER en DEC

L Lichte demping
A Gemiddelde demping
H Hoge demping

Koersaanwijzing

Op het kompas kan de te varen koersaanwijzing als volgt worden ingesteld: breng het schip op de te varen koers, druk vervolgens op de knop STEER. Er verschijnt een ‘zeilstreep’ in het midden bovenaan het scherm. Wanneer er van de ingestelde koers wordt afgeweken verschijnen er links of rechts van de ‘zeilstreep’ vectoren. Hoe groter de koersafwijking, hoe meer vectoren. De fabrieksinstelling voor de foutwaarde is 3° per pijl, in de ‘instellingen-stand’ kan de fabrieksinstelling worden gewijzigd.

Instellen koersaanduiding STEER

STEER voorliggende koers wordt vastgelegd
STEER koersaanduiding wordt uitgeschakeld

Koersalarm

Wanneer de ‘Koersaanwijzing’ is ingeschakeld kan het akoestisch ‘Koersalarm’ worden ingeschakeld door tegelijk de knoppen INC en DEC  in te drukken. Er verschijnt daarop een ‘bel’symbool op het beeldscherm. Bij koersafwijking gaat wordt er een akoestisch signaal gegeven. Uitschakelen kan door beide knoppen opnieuw in te drukken. Met de knoppen INC en DEC kan het moment van alarm worden ingesteld. Inschalen en uitschakelen van het koersalarm kan door het gelijktijdig indrukken van de knoppen INC en DEC, uitschakelen kan ook met de knop STEER.

Instellen koersalarm INC en DEC

INC + DEC koersalarm ingeschakeld
INC + DEC koersalarm uitgeschakeld

Beeldscherm verlichting

De mate van verlichting van het beeldscherm kan met de ILLUM knop worden gewijzigd in stappen stap van nul tot negen. Vanzelfsprekend zal het instrument meer elektrische stroom gebruiken bij gebruik van de verlichting.

Samenvatting navigatiescherm

STEER + DEC = Demping
STEER = Koersinstelling
INC + DEC = Koersalarm

MENU INSTELLINGEN

Het stuurkompas komt in het Menu Instellingen door tijdens het inschakelen van de 12 Volt spanning de knop ILLUM  ingedrukt te hebben. In het beeldscherm verschijnen twee seconden lang de letters ‘EN’. Daarna wordt de ingestelde variatie in graden weergegeven. De huidige instelling wordt weergegeven als ‘MAG’ of ‘TRUE’, staande voor de referentie het magnetische- of het ware noorden.

Variatie

De Variatie is de afwijking ten op zichtte van het geografische noorden als gevolg van het aardmagnetisme. varieert van jaar tot jaar en van plaats tot plaats. De Variatie kan worden gevonden in Almanakken, op kaarten en in grafieken. De Variatie is de correctie van het magnetische noorden ten opzichte van het ware noorden die verrekend dient te worden bij het bepalen van te varen koersen. Een westelijke variatie wordt gecorrigeerd met een positieve waarde, een oostelijke variatie met een negatieve waarde.

Ga naar het ‘Instellingen-menu’ door ILLUM ingedrukt te houden tijdens het inschakelen. Het display toont gedurende twee seconden ‘EN’ waarna de ingestelde variatie wordt weergegeven, bijvoorbeeld 6,5°.

Definitie van de Variatie

De Variatie is hoek in booggraden
tussen het magnetische noorden (Nm)
en het ware noorden (Nw)

Instellen van de Variatie

Elke druk op INC of DEC verandert de opgeslagen variatie in stappen van 0,1°. De ingestelde waarde wordt herhaald in het cijfer van de achtergrondverlichting. Wanneer de totale variatie groter is dan 9,9° wordt alleen het getal achter de komma weergegeven in het cijfer van de achtergrondverlichting. Door op ILLUM te drukken, waarmee teruggekeerd wordt naar de normale koersindicatie, weergegeven naar de herziene magnetische waarde.

Instellen Variatie INC of DEC

INC = Vergroten
DEC = Verkleinen

Keuze Magnetische – of ware koers

Omschakelen van MAG naar TRUE gebeurd door gelijktijdig STEER en INC in te drukken. Door op ILLUM te drukken gaat het kompas terug naar het gewone scherm.

Instellen magnetische of ware koers STEER en INC

STEER + INC Magnetische koers
STEER + INC Ware koers

Instellen van de Deviatie

Magnetische velden aan boord van het schip beïnvloeden aanwijzing van kompassen van schepen. Deze afwijkingen worden de Deviatie van een kompas genoemd, en wordt weergegeven in deviatie-tafels of grafieken om vervolgens te verwerken bij het berekenen van te varen kompaskoersen. Door middel van instellingen van het Clipper elektronisch kompas kan de Deviatie ofwel de afwijking door aanwezig scheepsmagnetisme worden gecompenseerd.

Definitie van de Deviatie

De Deviatie (dev) is de kompasfout
als gevolg van het scheepmagnetisme,
de Deviatie is de hoek in booggraden
tussen het magnetische noorden
en het kompasnoorden.

Kompascirkel, magnetische – of ware koers

Het is van belangrijk om vóór het instellen van de kompascirkel en het compenseren van de deviatie om te beslissen hoe de uitlijning van het vaartuig moet worden bereikt. Wanneer er een ander kompas wordt gebruikt bij het instellen van de Deviatie, dan dient het NASA stuurkompas in de modus ‘Magnetische koers’ gezet te worden. Wanneer er vaste ijkpunten worden gebruikt waarvan de geografische positie is te herleiden uit de kaart, dan niet het NASA stuurkompas te staan in de modus ‘Ware koers’.

Kompascirkel, deviatie compenseren

Leg het schip zo nauwkeurig mogelijk in de lijn noord-zuid. Als nu blijkt dat het kompas ook in andere richtingen voldoende nauwkeurigheid aanwijst zijn de invloeden van magnetische velden dusdanig dat geen verdere compensatie nodig is. Is dit wel het geval, volg dan de volgende procedure:

Breng het apparaat via ILLUM in de Engineering-modus en druk vervolgens tegelijkertijd op de drie toetsen STEER, INC en DEC. Het woord “clr” wordt gedurende twee seconden weergegeven om aan te geven dat de indicatie overeenkomt met de noord-gerichtheid van het schip, en om aan te geven dat alle instellingen voor kompasfoutcompensatie zijn gewist.

Compenseren van de deviatie

1. Leg het voorschip in de richting Noord en het achterschip in de richting Zuid. Schakel de ‘Engineering-modus’ in door ILLUM ingedrukt te hebben bij het inschakel van de 12 Volt spanning. De aanduiding ‘EN’ verschijnt een paar seconden in het display.
2. Druk gelijktijdig de knoppen STEER, INC en DEC. Op het scherm komt te staan 45°.
3. Leg het schip met behulp van een ander kompas of vaste referentiepunten op de koerslijn van 45°.
4. Wacht minstens tien seconden, druk daarna op STEER. Het display toont ‘At’ gedurende twee seconden, de deviatiewaarde wordt opgeslagen.
5. Druk op INC waarna de aanduiding 90° in het display verschijnt. Leg het schip in de richting van 90° volgens een ander kompas of referentiepunten, wacht 10 seconden en druk op STEER. Herhaal zo de stappen 3, 4 en 5 om via 90°, 135°, 180°, 225°, 270° te eindigen bij  315°.
6. Druk na de gehele procedure tegelijk op INC en DEC om terug te keren naar de modus ‘Engineering’.
7. Druk op ILLUM om de unit weer normaal te laten werken.

Kompascirkel

STEER, INC en DEC = Kompascirkel
STEER = Deviatiewaarde vastleggen
INC = Volgende kompaskoers
INC en DEC = naar Engineering-modus
ILLUM = naar navigatiescherm

Koersgevoeligheid

Ga naar Engineering is (‘EN’ wordt weergegeven) door ILLUM ingedrukt te houden tijden het inschakelen van de spanning. Om de gevoeligheid in te stellen worden STEER en DEC gelijktijdig ingedrukt. De aanduidingen MAG en TRUE verdwijnen, de eerste bakboord- en stuurboord chevrons lichten op, dit geeft dat de gevoeligheid kan worden ingesteld.

De stapgrootte wordt weergegeven in graden. De fabrieksinstelling is 3°. Druk op INC om de instelling in stappen van 1° te verhogen en op DEC om de instelling in stappen van 1° te verlagen. De minimale instelling is 1°, en de maximale is 10°.

De maximale weer te geven fout is altijd 13 maal de getoonde stapgrootte. Wanneer 1° is ingesteld, dan is de maximale indicatie van een koersfout die kan worden weergegeven 13° aan bakboord of stuurboord. Wanneer 10° wordt gekozen, dan is de maximale indicatie van een koersfout die kan worden weergegeven 130° aan bakboord of stuurboord.

Door op STEER te drukken wordt teruggekeerd naar Engineering. Het technische menu wordt verlaten door op ILLUM te drukken, waarmee teruggekeerd wordt naar de normale koersaanduiding.

Samenvatting menu instellingen

ILLUM + 12 Volt inschakelen = Instellingenmenu
STEER + INC = Magnetische- of Ware noorden
STEER + DEC = Koersgevoeligheid
INC + DEC = Deviatie

Bruikbare verwijzingen:

Originele handleiding NASA Marine Stuurkompas

Andere NASA Marine instrumenten

NASA Clipper V2 Windmeter

NASA Clipper Echosounder

NASA Clipper Easylog

Disclaimer

Het bovenstaande is vanuit recreatieve intenties zonder winstoogmerk en zo nauwkeurig mogelijk beschreven. Garantie op goede werking en weergave apparatuur is niet aan de orde. Daarom vrijwaren wij ons van alle vormen van aansprakelijkheid bij gebruik van bovenstaande uitleg.

Geef een reactie