NASA Clipper Echosounder • Handleiding

NASA Clipper dieptemeter

Een Echosounder ofwel dieptemeter zendt door middel van een transducer, dit is een zender en ontvanger ineen ultrasone signalen uit. Wanneer een uitgezonden signaal ergens op stuit zoals de bodem van het water, een zich onder water bevindend object zoals waterplanten, vissen of luchtbellen. Doet dit zich voor, dan wordt dit signaal teruggekaatst om weer ontvangen te worden door de transducer. De verstreken tijd tussen ‘zenden’ en ‘ontvangen’ is een maat voor de gemeten diepte. Onze Hurley 800 is uitgerust met een NASA Clipper Echosounder, met het display gemonteerd in de kuip. Waar deze goed afleesbaar is voor wie staat aan het roer.

NASA Clipper Echosounder
NASA Clipper Echosounder (links) naast een IncasTec log

Navigatiescherm Echosounder 

In het beginscherm van de Echosounder wordt met cijfers de gemeten diepte weergegeven. Boven in het scherm staat dan het woord DEPT. De diepte kan woorden weergegeven in meters of in voeten. De meeteenheid staat rechts onder in het beeldscherm aangeduidt als METRES of FEET. Wanneer de gemeten diepte gelijk blijft blijft de getoonde balk stil staan. Een balk die zich knipperend naar links beweegt geeft een afnemende gemeten diepgang aan. Naar rechts neemt de diepgang toe. Vanzelfsprekend loopt de aangegeven diepte dan respectievelijk af of op.

Gevoeligheid

De ‘meetgevoeligheid’ kan worden gewijzigd door het indrukken van ENTER terwijl de Echosounder staat ingeschakeld. De meetgevoeligheid kan worden verhoogd of verlaagd van 0 tot 5 in stappenplan 0,1. Met DEEP wordt de gevoeligheid meer, met SHALL minder. De meetgevoeligheid kan worden gewijzigd om te voorkomen dat de Echosounder uitsluitend reageert op de bodem, en niet op andere zaken in het water. Door nogmaals op ENTER wordt de gewenste instelling in het geheugen.

Dieptealarm

Om het ‘diepte alarm’ in te stellen wordt de knop DEEP gebruikt. Bij indrukken toont het beeldscherm het woord ‘DEEP’ en de ingestelde diepte-alarmdiepte. De fabrieksinstelling bedraagt 50 meter. Door nogmaals op DEEP te drukken veranderd de instelling in een diepere waarde, bij SHALL een ondiepere waarde. De gewenste alarmdiepte wordt vastgelegd met ENTER.

Ondieptealarm

Op dezelfde manier schakelt SHALL naar de instelling van het ‘ondiepe alarmdiepte’. Het woord ‘SHALLOW’ verschijnt op het beldscherm met daarbij de diepte van de alarminstelling. De fabrieksinstelling van de ondiepe alarmdiepte is nul. DEEP vergroot de alarmdiepte dieper, SHALL maakt de instelling ondieper. Met ENTER wordt de ondiepe alarmdiepte opgeslagen.

Dieptealarmen in- en uitschakelen

De diepte- en ondiepte alarmen worden gezamenlijk ingeschakeld of uitgeschakeld door tegelijkertijd DEEP en SHALL in te drukken. Wanneer de alarmen actief zijn wordt een belsymbool weergegeven. De alarmen worden uitgeschakeld door DEEP en SHALL tegelijk in te drukken.

Display-verlichting

De verlichting van het display kan worden ingesteld met ILLUM worden aangepast in zeven stappen. De lichtsterkte wordt daarbij weergegeven in het display van de Echosounder.

Samenvatting

ENTER = Gevoeligheid

DEEP = Dieptealarm

SHALL = Ondieptealarm

DEEP + SHALL = Dieptealarmen

 

Echosounder
Begrippen als waterdiepte, water onder de kiel en transducerdiepte naast elkaar

Instellingenscherm

De Echosounder kan naar het menu instellingen worden geschakeld door de spanning van het apparaat te halen en vervolgens tijdens het inschakelen de knop ILLUM ingedrukt te houden.

Eenheden meters / voeten

Door ENTER is de echosounder om te schakelen van meters naar voeten of andersom. De gekozen eenheid wordt rechtsonder in het display weergegeven. Met de ILLUM toets wordt teruggekeerd naar het beginscherm met diepteaanduiding.

Kielcorrectie

Met de knoppen DEEP of SHALL kan afstand tussen de transducer en de onderzijde van de kiel worden aangepast van 0 tot 2,5 meter in stappen van 0,1 meter. Door op DEEP te drukken wordt de afstand van transducer tot onderkant kiel vergroot, met de knop SHALL wordt deze kleiner. Door op ILLUM te drukken wordt teruggekeerd naar het navigatiescherm.

Meten vanaf transducer

Door het gelijktijdig intoetsen van ENTER en DEEP kan gewisseld worden van kielspeling (diepte onder de kiel) of de transducerdiepte (diepte onder de transducer). Herhalen van deze combinatie laat de Echosounder terugkeren naar de weergave van de diepte onder de kiel. Door ILLUM in te toetsen wordt teruggekeerd naar de normale Echosounder modus.

Samenvatting instellingenscherm

ILLUM + inschakelen = Instellingenmenu

ENTER = Meters of Voeten

ENTER + DEEP = Transducerdiepte of Kieldiepte

DEEP = Kielcorrectie + of Transducercorrectie +

SHALL = Kielcorrectie – of Transducercorrectie –

ILLUM = Bevestigen

Bruikbare verwijzingen:

Originele handleiding NASA Marine Echosounder

Andere NASA Marine Instrumenten

NASA Clipper V2 Windmeter

NASA Clipper Elektronisch kompas

NASA Clipper Easylog
Disclaimer

Het bovenstaande is vanuit recreatieve intenties zonder winstoogmerk en zo nauwkeurig mogelijk beschreven. Garantie op goede werking en weergave apparatuur is niet aan de orde. Daarom vrijwaren wij ons van alle vormen van aansprakelijkheid bij gebruik van bovenstaande uitleg.

Geef een reactie