Stadhuis van Gouda
Gouda heeft een prachtig stadhuis, dat kun je wel zeggen, door vele toeristen zo mooi mogelijk gefotografeerd. Maar dan hebben we het over het historische stadhuis van Gouda in het hart van de stad op de Markt. Het verhaal gaat dat een stadsbrand in 1438 een eerder stadhuis had verwoest. Reden om een nieuw stadhuis te bouwen. Maar dan wel helemaal vrijstaand, zodat bij herhaling van een stadsbrand het vuur niet over zou slaan. En zo staat het stadhuis van Gouda nog altijd opmerkelijk rondom vrij.
Huis van de Stad
Gouda heeft daarmee een prachtig stadhuis. Het wordt één van de mooiste monumenten van Nederland genoemd. In Japan staat zelfs een replica op ware grootte, in themapark Huis ten Bosch, vlak bij Nagasaki, naar een idee van mijnheer Yoshikuni Kamichika. Maar het stadhuis op de Markt in Gouda is niet meer als zodanig in gebruik. Huwelijksvoltrekkingen vinden er wel plaats, in de trouwzaal. Want vlak bij het treinstation van Gouda is een nieuw stadhuis gebouwd, dat de toepasselijke naam draagt ‘Huis van de Stad’. Een modern gebouw waarvan de gevel wordt vormgegeven door een stroopwafelmotief. Naast Goudse kaas, kaarsen, pijpen en aardewerk een verwijzing naar de Goudse stroopwafel. Gouda’s roem en glorie kan niet op.
Stadhuis op de Markt
Meestal worden de mooiste plaatjes van het oude stadhuis genomen van de voorgevel met de geveltrap en het balkon. En het is waar, die mag er zijn. Het is ook mooi wanneer er iets zichtbaar is van de zijmuren, met de rode houten luiken. Dat geeft het geheel een mooi perspectief. Maar het aardige is dat zich aan de zijkant van het stadhuis ook een klein balkon bevindt. Maar kwam je daar op te staan, dan was dat minder mooi. Dan stond je in een ander perspectief, dan werd je namelijk iets aangerekend. Terecht of onterecht. Dat kleine balkonnetje heette ‘de kaak’. Daar komt het gezegde ‘aan de kaak worden gesteld’ vandaan.
Aan de kaak stellen
Wanneer iemand ergens van werd verdacht of beschuldigd, dan werd zo iemand naar het stadhuis gebracht. Waar dan van iets of iemand wat werd gevonden. Viel het mee, dan kon je gaan. Maar viel het tegen, dan werd je in een gunstig geval op dat kleine balkonnetje worden gezet. Want het kon dus ook erger.
Maar werd je aan de kaak gesteld, dan stond je daar, met een blok aan je been of om je nek, voor een dag of meerdere opeenvolgende dagen. Tot voorbeeld voor boeren, burgers en buitenlui, hoe met wangedrag wordt omgegaan. Wat ook uit kon lopen op (leed)vermaak voor de Gouwenaars, die al dan niet opgehitst hun gram konden halen. Wie ‘aan de kaak werd gesteld’ kon allerlei verwensingen naar zich toe geslingerd krijgen. Of viezigheid. Niets geen Gouda’s Glorie, wel andere smeerboel, en boter op het hoofd. Om bij deze maar te komen tot een geruststelling: Het ‘aan de kaak stellen’ is bij wet in 1854 afgeschaft. Gelukkig maar, nietwaar?